Wij vinden het al heel gewoon, zegt Thijs van der Heijden, dat wij praktijkbegeleiders trainen en dat we de derdejaars aan het eind van hun opleiding een training voor beoordelaars met een certificaat aanbieden. Met hun diploma en het certificaat voor beoordelaar zijn zij gekwalificeerd om na diplomering studenten te beoordelen in de praktijk. Dat creëert flexibiliteit bij het examineren op de werkvloer en tegelijk wordt de band met de stagebedrijven hechter. Er groeit een ‘we klaren dat klusje samen’ gevoel.
Waarom derdejaarsstudenten?
Omdat zij de inhoud en de werking van de examens, die zij zelf hebben afgelegd, kennen. Vaak hebben ze meer expertise als ’t gaat om de systematiek van het examineren dan praktijkbegeleiders. Bijkomend voordeel: er zijn best veel derdejaars. In 2025 komen er van de opleiding Onderwijsassistent 80 en van Pedagogisch werk 40 gediplomeerden de werkvloer op.
Welk probleem lost dit op?
De schaarste aan getrainde beoordelaars die in heel zorg en welzijn speelt. Neem de kinderopvang. Als daar geëxamineerd moet worden en er is geen gekwalificeerde beoordelaar, wat nogal eens voorkomt, dan is het fijn dat er zulke jong gediplomeerde beroepsbeoefenaars zijn die dat kunnen doen. Meer in het algemeen constateren we dat het werkveld niet altijd goed weet hoe ze de beoordeling moeten toelichten. Als ik dat vergelijk met de kennis van onze jong gediplomeerde beroepsbeoefenaars dan valt dat regelmatig in hun voordeel uit. Zij hebben in de training al geleerd hun verwachtingen bij de verschillende beoordelingscriteria met elkaar af te stemmen.
Jullie zijn best trots op deze oplossing, toch?
Zeker, maar ons enthousiasme heeft ook te maken met de energie die wij krijgen in het trainen van de derdejaars. Je hebt opeens een heel ander soort student voor je neus. Ze zijn volwassen en ze willen antwoord op vragen waar ze mee worstelen. Het e-learningdeel, waar de training mee begint, is voor hen meestal een fluitje van een cent. Daarna komen we echt bij elkaar en dan blijkt hoe lastig ook zij het vinden om hun beoordeling toe te lichten. Daarom oefenen we dat ter plekke en laten we ze discussiëren over een aantal beoordelingscriteria. Aan de hand van gefilmde beoordelingssituaties leren we hun hoe je kunt afstemmen met elkaar. Daarbij draait het altijd om de cruciale vraag ‘Waarom vind ik dit een voldoende waard en jij niet?’ Zo komen ze stap voor stap tot een goed onderbouwde beoordeling en ontdekken ze hoe moeilijk het is om begeleiden en beoordelen gescheiden te houden.
Welk effect heeft dit alles?
De kwaliteit van de examinering verbetert en het aantal afgekeurde examens daalt. Daarbij speelt enerzijds bewustwording een rol. Praktijkbegeleiders, die zich realiseren dat studenten straks hun collega’s kunnen worden, zeggen eerder ‘jij mag nog wel een paar keer oefenen voor je examen gaat doen’. Ook als de planning dat eigenlijk niet toelaat. Anderzijds draagt ook het digitaal examineren met het EPP-systeem van Prove2Move bij aan die daling. Daarmee voorkom je fouten en organisatorisch gedoe.
Waar willen jullie naar toe?
Wat wij voor ons zien is dat alle zorg- en welzijnsopleidingen bij Talland op dezelfde manier trainingen geven en de examinering organiseren. Dus zeggen we tegen alle collega’s op andere vestigingen, willen jullie dit ook? Kom het maar bij ons afkijken. En dat werkt!
Mei 2025
