Marieke is de eindredacteur die ervoor zorgt dat de kennisitems voldoen aan de kwaliteitseisen die Prove2Move stelt. Pas als de kennisitems haar gepasseerd zijn krijgen ze hun plek in deKennistestbank.
Ik doe dit werk al vanaf 2017, kort nadat deKennistestbank van start ging. Toen was er alleen nog sprake van toetsvragen voor de opleiding Pedagogisch Werk. En wat mijn werk betreft, ik zorgde voornamelijk voor correcte toepassing van de leestekens. Maar in de loop van de jaren is er veel veranderd. Om te beginnen zijn er nu kennisitems voor praktisch alle zorg- en welzijnsopleidingen. Voor zover ik weet staan er inmiddels zo’n 13.000 kennisitems in deKennistestbank. Die zijn vrijwel allemaal door mijn handen gegaan. Verder actualiseer ik nu de bronnen bij de kennisitems uit de beginjaren, want de vragen die we toen maakten zijn niet veranderd, maar de websitebronnen vaak wel.
Hoe ga je te werk?
De toetsontwikkelaars leveren mij een kennisitem aan dat bestaat uit een toetsvraag, de context, de antwoorden, de kennisflits en de bron. Dat geheel bekijk ik en in de meeste gevallen weet ik, dit is een mooi kennisitem. Duidelijk voor de student, bestaande uit korte, prettig leesbare zinnen geschreven in verzorgde spreektaal. Daar zit een kennisflits bij die de kennis van het onderwerp verrijkt. Dan hoef ik alleen nog de leestekens te checken. Maar als je dit een paar jaar doet, ontwikkel je een gevoel voor kwaliteit dat niks te maken heeft met leestekengebruik.
Hoezo?
Neem schrijven in verzorgde spreektaal. Belangrijk voor de student. Maar het lukt niet altijd en ik snap dat. De toetsontwikkelaars weten vaak zoveel van een onderwerp dat het best lastig is om dat kort in de tekst te verwerken. Dan kan de aandacht voor het taalgebruik verslappen, waardoor je lange, soms onsamenhangende zinnen krijgt die voor de student moeilijk te begrijpen zijn. Als ik dat zie doe ik een suggestie voor verbetering aan de toetsontwikkelaar. In de trant van: “misschien kan het ook zo…”
Waarom zo voorzichtig?
Soms valt er een kennisitem op mijn bureau waarvan ik bij mezelf denk: ja, die heb ik nu twee keer gelezen, maar ik begrijp nog niet wat hier gevraagd wordt. Of ik heb het gevoel dat de combinatie van de vraag en de antwoorden onduidelijk is. Moet ik mij dan beperken tot het controleren van de leestekens? Of moet ik als leek toch mijn vinger opsteken omdat ik vrees dat de student er ook niks van snapt? Dus maak ik, met een zekere schroom, toch die inhoudelijke opmerking. Waarbij ik het altijd aan de toetsontwikkelaars laat om te bepalen of er iets mee gedaan wordt. Tenslotte zijn zij de experts.
Zit daar meer achter?
Ja, ik heb veel respect voor al het werk dat de ontwikkelaars verzetten om tot een compleet en helder geschreven kennisitem te komen. Ga maar na, zij moeten zich eerst inlezen, de context bepalen en de bronnen vinden, en dan moet het schrijven nog beginnen. Ik ben me er altijd van bewust dat de teksten pas bij mij belanden als de ontwikkelaars het eens zijn over de inhoud, die dan ook beoordeeld is door collega-auteurs. Goede vragen maken is een vak en een talent dat niet iedereen is gegeven. Ik weet niet of ik het zou kunnen. Wie ben ik dan om een kritische vraag te stellen…? Marieke is even stil en dan bekent ze: Maar soms, heel soms, krijg ik een tekst waarvan ik echt geen chocola kan maken. Dan bel ik een collega of ik leg de tekst weg en ga een eindje om met de hond. Een van beide helpt altijd.
April 2024
